De taal is van betekenis in samenwerking. Woordgebruik lijkt misschien triviaal maar dat is het niet. Het is van vitaal belang om positieve taal te gebruiken als samenwerkers. In moeilijke samenwerking kan het onbewust gebruik van je taal ongemerkt tot verwijdering leiden. Het benadrukken van de tegenstellingen, het spreken over problemen of iets kleins, jouw gedoe noemen, kan een onbedoeld effect hebben. Met taal kan je spelen. En juist in dit spel kan je taal positief inzetten.
Toen George W. Bush sprak over ‘the axis of evil’ (de as van het kwaad) in de State of the Union (in 2002), was de toon gezet. De landen Irak, Iran en Noord Korea en later Cuba, Libië en Syrië werden hiermee bedoeld. Het is een staaltje van negatief framen van een totale bevolking. Al die moeders, vaders en kinderen die gewoon leven, werken en liefhebben, behoorden ineens tot dé vijand. Met de woorden ‘as van het kwaad’ werd een situatie meteen opgeschaald naar het hoogste niveau van alarm. Dit moést worden bestreden.
Ook in de werksituatie, in samenwerking, onderstrepen woorden samenwerking of kunnen woorden de samenwerking tenietdoen. Veelal zijn we hier niet van bewust. Toch, als het spannend wordt, praten we anders. Natuurlijk blijkt dat uit ons non-verbale gedrag. De wenkbrauwen verheffen zich. Het stemgeluid stijgt in volume en de intonatie wordt nadrukkelijker. Ook en juist in de woorden wordt blootgelegd hoe de ander denkt.
Als voorbeeld. Het gebruik van verkleinwoorden als ‘mannetje’, ik heb je wel door mannetje, ‘pijntjes’, weinig indrukmakende pijn en ‘voorstelletje’, een diskwalificatie van iemands pennenvrucht en inspanning, geven hier uiting aan. Ook schuilt de moeilijkheid in het woord zelf. Het woord ‘probleem’. Is iets een punt van aandacht of een probleem. Dat laatste is al een kwalificatie van de gebruiker van de situatie. Zo zal de een spreken over zijn problemen waar de ander dit zit als gewone gebeurtenissen in werk en leven. De Amerikanen schieten hierin wel eens door. ‘We have a situation here’, kunnen ze gebruiken als de hele zaak in brand staat. Woorden kunnen de situatie ook kleiner maken dan in werkelijkheid het geval is.
In samenwerking kan je de woorden, de taal, in twee categorieën verdelen:
- De-escalerende taal. Woorden die mensen in positie brengen, ruimte geven en situaties laten ontspannen. ‘Zullen we even pauzeren, hoe zie jij dit, kun je nog eens uitleggen hoe het zo is gekomen, laten we er morgen samen op terugkomen’, deze woorden kunnen een de-escalerende en ontspannende werking hebben in een lastige situatie.
- Escalerende taal. Woorden die polarisatie en tweespalt in de hand werken. Hierdoor neemt de gevoelde afstand tussen mensen toe. ‘Ik ben het hier radicaal niet mee eens, zo is het niet gegaan, jij bent niet te vertrouwen, hier klopt niets van’, deze woorden zetten de zaak op scherp. Het lijkt alsof je met een harnas aan deze taal moet pareren.
Het bewust inzetten van bepaalde woorden versterkt de samenwerking. Hierbij een aantal voorbeelden van escalerende taal met het alternatief en de toelichting erbij:
We gaan zo een discussie met elkaar aan waar we bepalen wat we gaan doen. | We gaan zo in gesprek met elkaar waarin we gaan bepalen wat we gaan doen. |
Toelichting: een discussie is een redetwist waarbij er een verliezer en een winner is. Als we tot een gezamenlijk besluit moeten komen is het win-verlies denken totaal onnodig en contra productief. Een gesprek (of dialoog) veronderstelt meer luisteren naar elkaar, het uitstellen van het oordeel en gezamenlijk komen tot een kwalitatief goed besluit.
In deze groep zijn er flink wat tegenstellingen. Dat zullen we moeten overbruggen. | In deze groep zijn er verschillende zienswijzen. Die zullen we met elkaar moeten uitwisselen en zo nodig bij elkaar brengen. |
Toelichting: Tegenstellingen impliceren ingenomen posities die als het ware vast staan. Zienswijzen daarentegen zijn manieren van kijken die meer flexibel en tijdelijk zijn. Het is een veel vriendelijke manier om verschillen te duiden.
Ik ben het er niet mee eens! | Ik wil mijn zienswijze ernaast zetten. |
Toelichting: wanneer er na een uiteenzetting, een ‘ik ben het er niet mee eens’ volgt, is het alsof er een spaak in het wiel van de uiteen-zetter wordt gestoken. Het is zo onnodig hard. Veel beter werkt het om de ander uit te nodigen jouw visie in overweging te nemen.
Je doet het niet goed. | Je kunt het beter doen. |
Toelichting: de linker zin benadrukt wat er ontbreekt aan de persoon. De rechter zin appelleert aan wat er al goed is en wat er nog eventueel ontwikkeld kan worden.
Je zou de-escalerende taal als ‘braaftaal’ kunnen wegzetten, het is vlees noch vis. Toch is de-escalerende taal als je die consequent weet te gebruiken een woordkeus die ruimte geeft aan samenwerkers en hun meningen. Escalerende taal verkleint het speelveld van samenwerkers. Positief taalgebruik leidt tot meer waardevrije manier van (zaak)beschrijving. Gelukkig zijn er genoeg woorden om zaken positief, levendig en ‘spot-on’ te benoemen. Het is wel een kwestie van bewust gebruiken van de taal.